Er gelden wettelijke eisen ten aanzien van de kwaliteit van het productontwikkelingsproces van financiële ondernemingen en de daaruit voortvloeiende producten, deze moet zorgen voor producten die op evenwichtige wijze rekening houden met de belangen van de klant. Dit is het zogenoemde product approval and review proces (PARP). Het PARP proces biedt enerzijds een toetskader voor processen: Duidelijk neergelegde verantwoordelijkheden, stimuleren van zelfkritisch vermogen, goed afgebakende doelgroep bepaling, uitgebreide scenario-analyses en productvergelijking, goede aansluiting op relevante andere processen in de keten van het product, zorgen voor een tijdige evaluatie van producten. Anderzijds biedt het een toetskader voor producten (KNVB-criteria):
- Kosten efficiëntie: biedt het product waar voor zijn geld?
- Nut: geeft het product invulling aan een onderbouwde behoefte van de doelgroep?
- Veilig: Doet het product wat het belooft in verschillende omstandigheden en is de uitkomst dan acceptabel voor de doelgroep?
- Begrijpelijk: kan de doelgroep de werking van het product beoordelen op basis van de informatie die zij van de aanbieder ontvangt?
AFM: “De toezichtdoelstelling van de AFM met betrekking tot de norm is: klanten kunnen er op vertrouwen dat de producten die ze aangeboden krijgen aantoonbaar het resultaat zijn van productontwikkelingsprocessen waarin op evenwichtige wijze rekening is gehouden met de belangen van de klant. Dit betekent dat de Nederlandse samenleving erop kan vertrouwen dat productaffaires worden voorkomen.”